la proxima estacion: thailand

.. au bout d'un silence

Thursday, January 04, 2007

Na een busrit van 5 uur langs kleine atypische Thaise dorpjes zag ik in de verte een azuurblauwe zee met een paar wilde rotsen in het zonlicht opdoemen. Ko Chang. Hier begon het grote genieten! Mijn Thaise buurman voorzag me ongevraagd van noodzakelijke achtergrondinformatie. Met een beetje verbeelding zou Ko Chang vanuit vogelperspectief op een immense olifant (vandaar "chang") lijken. "Oh really?" Een geforceerde glimlach deed hem het zwijgen opleggen. Dobberend op de ferry zag ik het vaste land achter me vervagen. Het vakantiegevoel begon stilaan tot me door te dringen ..

Gepakt en gezakt meerde ik aan op het eiland. Blijkbaar was ik niet de enige die een retraite op een bounty eiland in gedachten had. Aan de steiger stond een tiental taxi chauffeurs de net aangespoelde toeristenstroom te ronselen. Ik koos er willekeurig eentje uit die me naar mijn uitvalsbasis zou escorteren. Lonely Beach - de naam klinkt meer verlaten dan in werkelijkheid, maar de sfeer is op z'n minst exotisch te noemen. Met maar liefst 20 zaten we op elkaar gepropt in de pickup - een beetje economiseren, dacht de Thaise chauffeur waarschijnlijk. Tijdens een rit van duizend en een bochten, leerde ik 2 Duitsers kennen, Ralf (die later zou omgedoopt worden tot "Lalf") en Martin (die ik dan weer uit nostalgie naar foute schlager muziek en lederhosen af en toe verwarde met "Helmut"). Ze germans werden mijn nieuwe partners in crime. Na de gebruikelijke kennismakingsronde werden we gedropt bij een klein, idyllisch plekje. Paradise Cottage. Kleine, gezellige bamboehutjes - back to basics maar uiterst charmant - met zicht op een azuurblauwe zee. Ik was helemaal onder de indruk! Bekomen van al dit moois, zat er niets anders op dan te klinken op onze nieuwe heimat. Met het geluid van golven die kapot slaan in de branding en de prachtige kleurenschakeringen van een ondergaande zon, lieten we ons bedienen op een glaasje witte wijn. Heerlijk ..

s'Avonds ging ik met mijn nieuwe vriendjes op verkenning. Lonely Beach is een doolhof van resorts - het ene al wat fraaier dan het andere - waarin je je makkelijk verloren waant. Na een beetje rondzwerven belandden we in de Treehouse - een klein paradijs voor doorwinterde hippies en backpackers. De cocktails maakten de zintuigen er niet scherper op en op het einde van de avond was ik een beetje gedesorienteerd. Gelukkig werd ik naar huis geescorteerd door een paar bereidwillige Aussies die ik me nadien niet meer zo helder voor geest zou kunnen halen.

De volgende ochtend werd ik wakker met een paar vreemde geluiden op de achtergrond. Nieuwsgierig keek ik uit mijn raampje en zag ik een van de Thaise locals druk in de weer met cocosnoten van de bomen te schudden. "Before they kill farang", lachte hij me vriendelijk toe. In de lobby lagen ze germans languit in een hangmat te bekomen van de nacht voordien. Ik besloot mijn roes uit te slapen op het strand, maar ongestoord zonnen zat er helaas niet in. Het was komen en gaan van verkopers die hun sierraden en fruit aan de man probeerden te brengen. Jet, een vriendelijke dame die de hele tijd aan iedereen die het al dan niet wilde horen "happy new year" verkondigde, was een van de verkopers. Uit medelijden kocht ik een zakje verse ananas van haar, waarop ik werd beloond met een brede glimlach van welgeteld twee tandjes.

Op het strand word je lui. Opstaan, zonnen, zwemmen, zonnen .. het leven wordt plots zo simpel. De realiteit lijkt aan een sneltempo aan je voorbij te gaan. Hier kan en mag alles!

En dan is het plots oudjaar! Samen met ze germans en een paar nieuwe leden van onze gang, waaronder een sympathiek belgisch koppeltje trekken we naar de Treehouse waar we ons tegoed deden aan een seafood barbecue. Een paar buckets whisky cola verder, begon de countdown. Er werden overal kleine vuurwerkstokjes uitgedeeld en op exact middernacht was het de big bash - vuurwerk en happy new year! Iets na middernacht brak er een kleine crisis los, want de alcohol was zo goed als op. Ik liet me de ironie niet ontgaan .. This is Thailand folks! Maar het was nieuwjaar en niets kon de pret bederven! Op lauw bier danste ik de nacht door om uiteindelijk bij een prachtige zonsopgang in slaap te dommelen. Sawasdee pimai!

Friday, November 24, 2006

Na de Teepee Bar heb ik mijn hart verloren aan de reggae bar. Bijna onvindbaar in het labyrint van kleine straatjes, ligt dit kleine paradijs verborgen. Een tuin met kampvuur, een kleine cocktailbar en een geweldige live band .. dat is de succesformule van Babylon!

De drijvende kracht achter de reggae bar is Boi – een kloon van captain Jack Sparrow met een al even geschifte gedachtegang. Maar dat laatste nemen we hem even niet kwalijk, want hij heeft wel dé bar van Chiang Mai uit de grond gestampt.

Elke avond is het feest in de reggae bar. En omdat het vrijdagavond was en het weekend dus een aanvang nam, beloofde het weer een avondje vol vrolijk vertier. De wodka stond in combinatie met ananas als een onvoortreffelijke waarborg voor plezier. Het is al bijna middernacht wanneer de live band de eerste reggae tonen inzette. “Are you enjoying yourselves?”, riep de zanger ons vanop het podium toe, waarop hij ons meteen het antwoorde verklapte “Say: yes!”. De Thaise dreadlocks stonden hevig heen en weer te zweven als teken van erkenning. Het was een vreemd zicht, maar op dat moment was ik waarschijnlijk al even uitbundig over de dansvloer aan het huppelen. De live band speelde die avond een thuismatch – het volk werd extatisch op de tonen van wijlen Bob Marley. Jah live!

In de late uurtjes had ik een vrolijk bond gezelschap van Thai om me heen verzameld. Iedereen zat in combinatie van alcohol en sigaretten een beetje diepzinnige bullshit te verkondigen en net toen het me allemaal een beetje te heftig begon te worden, was er Pong. Mijn redder in nood. Een paar weken geleden hebben we elkaar toevallig leren kennen, toen ik mijn glas whisky over zijn nieuwe schoenen liet vallen. Een geluk bij een ongeluk, want Pong ziet er vanaf nu persoonlijk op toe dat alles binnen de perken blijft.

De avond naderde stilaan zijn einde, maar de nacht was nog jong. In Thailand heerst er een avondklok, die er streng op toeziet dat alle bars ten laatste om 2u de deuren sluiten. De reggaetonen verdwenen stilaan op de achtergrond en de minimart had z’n laatste lading bier verkocht. Iedereen was nog in feeststemming en uit pure noodzaak besloten we dan maar om naar Spicy te gaan. Spicy is een foute discotheek – die dankzij een grote lading zwart geld tot de vroege uurtjes open blijft. Maar op dit uur kon ik me daar niet meer druk over maken. Ik danste even fout mee op de tonen van de laatste nieuwe r’n’b hits tot de vermoeidheid stilaan de bovenhand haalde. Dankzij de goeie zorgen van Pong werd ik door een tuktuk veilig naar huis geëscorteerd, terwijl de eerste marktkramers hun eetstalletjes al aan het opstellen waren … of misschien droomde ik dit maar?

Monday, November 20, 2006

Het is soms een verademing om de grootstad even te ontvluchten en te verdwalen tussen de eeuwenoude ruïnes van Ayutthaya. Het historische karakter van deze stad charmeert je meteen. Overal in de stad duiken er stille getuigen op van het gouden tijdperk. De indrukwekkende pagodes zijn slechts een schim van de glorierijke dagen van weleer. Ayutthaya is dan ook dé schatkamer van de Thaise beschaving. Maar liefst 4 eeuwen lang was deze stad het kloppend hart van het Siamese rijk. In haar hoogdagen – aan het einde van de 17e eeuw – telde de stad meer dan 1 miljoen inwoners! Dat is meer dan er in die tijd in Londen of Parijs woonden!

Helaas had de grootsheid van Ayutthaya geen eeuwigdurend karakter. De constante dreiging voor de macht kwam van Birma. De stad is maar liefst 24 keer aangevallen door de Birmanen en heeft uiteindelijk de nederlaag geleden. Het Birmaanse leger heeft de stad volledig verwoest – alle boeddhabeelden werden ondanks religieuze overtuigingen genadeloos onthoofd. Het goud werd meegenomen naar Birma waar later een grote pagode werd gebouwd.

Deze dramatische gebeurtenissen worden nog steeds levendig weergegeven in de herinneringen van de Thai. Wanneer de Thai terugdenken aan deze periode spreken ze van een immense haat tegenover de Birmanen. Bij elk boeddhabeeld, elke pagode grijpt de geschiedenis je om het nekvel. De ruines blijven tot de verbeelding spreken. Ayutthaya is de dag vandaag misschien een kleine zucht naar de nostalgie van toen, maar het is oude glorie in een modern jasje …

Saturday, October 28, 2006

Ik herinner me nog mijn eerste Thaise massage. Vol verwachtingen trok ik naar het massagesalon, klaar voor twee uur genot. Bij aankomst stond ik snel weer met beide voeten op de grond. Het etablissement had meer de allures van goedkoop vertier – een ander soort genot dan waarvoor ik gekomen was. Paniekerig zocht ik naar uitvluchten om er onderuit te komen, maar tevergeefs. Een kloeke dame duwde me achter een paar gordijntjes waar ik het Spaans benauwd kreeg.

Al gauw had ik de smaak van de Thaise massages te pakken, hoewel nooit meer in dit massagesalon ..

Nu een jaar later, denk ik met schaamrood op de wangen terug aan die eerste keer. Ondertussen ben ik vaste klant geworden bij khun Deng. Als ik in Chiang Mai ben, weet ik me blindelings een weg te banen naar haar salon, ergens in een zijstraatje van de nachtmarkt. Voor 100 baht, waan ik me een uurtje in de zevende hemel. Als vaste klant geniet ik uiteraard een voorkeursbehandeling. Zo staat er na elke massage een kopje thee klaar en babbelen we nog even verder. Laten we stellen, zij praat en ik knik meelevend ja en neen. Ongetwijfeld genoeg hilariteit om een theekransje mee te vullen. Maar die massages .. daar droom ik s’nachts nog van ..

Thursday, September 28, 2006

“Did you bring your camera?” Terwijl de taxi er met tierende banden vandoor scheurde draaide Papawat zich grijnzend om. Neen, ik had mijn camera niet bij. Waarom zou ik? Ik liet deze vraag even op de oppervlakte dobberen. Met een zucht zag ik de ellenlange file van taxi’s en tuktuks voor me. Elke dag proberen zo’n 3 miljoen auto’s zich hopeloos te verplaatsen door het stadsverkeer .. een geruststellende gedachte tijdens het spitsuur. Het was pas een uur later, toen ik de verte een futuristisch gebouw uit de smog zag tevoorschijn komen dat ik besefte dat Papawat dit met ernst meende. Welcome to Suvarnabuhmi ....

Na jaren van loze beloftes is de nieuwe luchthaven van Bangkok dan toch een feit. Suvarnabuhmi – de Thai spreken het uit als ware het een nieuwe chocoladesmaak, smeltend op de lippen – moet de ietwat verouderde Don Muang vervangen. En Thailand zou Thailand niet zijn mocht dit niet met veel poeha gevierd worden. De luchthaven werd vanochtend gezegend door een paar hooggewaardeerde monniken. For protection, zoals de Thai hun geloof zo mooi verklaren. Maar zelfs het wakende oog van boeddha kon de chaos die er vandaag heerste niet ontzien. Een mix van nieuwsgierige Thai (de gele T-shirts die gedragen worden ter ere van de koning, worden me steeds waziger voor ogen) en farang in dikke winterjassen liepen elkaar de hele tijd voor de voeten. In de massa verloor ik Papawat uit het zicht .. Ik liep een beetje verloren in de toeristenstroom en besloot dan maar zelf op verkenning te gaan. Luchthavens zijn de meest fascinerende plekken om even stiekem de voyeur uit te hangen. Jaloers keek ik toe hoe koppeltjes innig omhelzend met elkaar verenigd werden, minder jaloers en eerder met een blik van diepe ontzetting keek ik toe hoe het Pattaya volkje met een zelfvoldane blik uit de arrival gate kwam gewaggeld. Toen zag ik Papawat .. met de camera in de aanslag stond hij van elke uitvalshoek foto’s te nemen van de nieuwe luchthaven. (Effe off the record, Papawat is 64 jaar en doet me in al mijn jeugdsentiment denken aan Balou van het Jungle Book) Een hartverwarmend plaatje! Ik baande me een weg door de massa. Papawat nam me bij de arm en zo gingen we breed glimlachend de Thaise geschiedenis in ..

Thursday, September 21, 2006

This is our revolution, zei de taxichauffeur een beetje sinister terwijl we voorbij het parlementsgebouw reden. Dromerig staarde ik uit het raam. Terwijl ik rustig op mijn luie derrière aan het strand lag te bakken, is er in Thailand een staatsgreep gebeurd. Jawel, een militaire coup!

Een groepje militairen stond voor hun tanks gewillig te poseren voor nieuwsgierige voorbijgangers. Er heerste een opgewonden drukte. Kinderen, speciaal uitgedost in legeruniformen, werden in de armen van de militairen geduwd terwijl de trotse ouders dit unicum op de lens vereeuwigden. Thaise jongedames poseerden dan weer iets meer gewaagd in schaars geklede outfits – ongetwijfeld een verwoede poging om in gratie te vallen bij de militairen. Ja, dit zijn de nieuwe helden van Thailand!

Om van de nood een deugd te maken werd er aan heel deze kermis uiteraard ook een zekere amusementswaarde gekoppeld. Hoe kon het ook anders? Gele ballonen, glow in the dark sticks, bloemen etc. dit hele kleinood werd als zoete broodjes verkocht! De kern van de hele zaak – de militaire coup zelf – leek ergens op de bodem te dobberen.

Maar goed. Even de feiten op een rijtje. Brein achter de militaire coup is generaal Sonthi – een man die in een vorig leven nog samen met beste vriend Thaksin luidop droomde van een democratie. Helaas raakte Thaksin de afgelopen jaren steeds meer verblind door grootheidswaanzin. De veelbelovende programmapunten die hem als eerste minister aanvankelijk populair maakten, werden steevast vervangen door eigenbelang. De persvrijheid werd subtiel aan banden gelegd, de democratische rechten werden in eigen voordeel aangepast en te pas en te onpas ging Thaksin belangrijke posities opvullen met bondgenoten.

De staatsgreep wordt gelegitimeerd als noodkreet om een einde te maken aan de corruptie en de politieke impasse die Thailand meer dan een jaar in haar greep hield. De militaire junta heeft zich ondertussen uitgeroepen als verdediger van de democratie. Hun voornaamste doelstelling is om het land te redden van de corrupte praktijken van de regering Thaksin. Helaas blijkt uit de recente geschiedenis dat staatsgrepen in Thailand niet steeds de oplossing zijn …

Nu rijst misschien nog de vraag: Thaksin amen en uit? Voorlopig nog niet helemaal .. wie een veldslag verliest, verliest daarom nog geen oorlog. Thaksin blijft voor vele Thai een ware held. Gisteren nog heeft een taxichauffeur zijn ongenoegen voor de staatsgreep geuit door met z’n taxi in te rijden op één van de tanks. Resultaat: een paar gekneusde ribben en een fikse schadevergoeding. Thaksin zelf heeft ondertussen zijn boeltje gepakt en zit nu in zijn riante villa in de westhoek van Londen aan een instant noedelsoepje te slurpen …

Sunday, August 27, 2006

Na bijna twee jaar op Thaise bodem, begon het stilaan aan me te knagen dat ik de maagdelijk witte stranden van de Andamanse Zee nog steeds niet gezien had. Ik ben namelijk niet zo’n strandganger – een uurtje strand is voor mij al voldoende om uit verveling elke strandkorrel te beginnen tellen. Maar toch .. een beetje gezonde zeelucht kan soms deugd doen? Zon, zee, strand … daar gingen we voor! Ik liet de drukte van Bangkok achter me en boekte vrijwel impulsief een last minute naar Phuket, de parel van het zuiden.

Het vakantiegevoel werd bij aankomst vrijwel meteen de kop ingedrukt met een fikse regenbui .. oeps vergeten, het is regenseizoen en blijkbaar hangen de onweerswolken tijdens deze periode dreigend over de parelwitte stranden. Een beetje sip slenterde ik naar één van de minibusjes die me naar m’n guesthouse zou brengen. Stoney Monday. Tja, zo voelde ik me ook wel een beetje. Als sardines werden we in een minibusje gepropt, met in de verte een azuurblauwe zee omgeven door een loodgrijze hemel. Ik had het me allemaal iets exotischer voorgesteld. Net toen ik rechtsomkeer wilde maken, werd ik aangeklampt door een luidruchtig figuur. Mijn nieuwe buurman stelde zich voor als Derrick from Canada. In al mijn bescheidenheid liet ik hem even uitrazen over zijn wilde avonturen in Azië, terwijl ik afwezig “yes” en “no” knik met af en toe een bijna gemeende “oh my god”. Het was een uur rijden tot in Patong Beach en geloof me, een uur kan soms lang duren. Mijn gesprekspartner bleek over een onuitputtelijke schatkamer aan anekdotes te beschikken. Bij aankomst aan de guesthouse besloot de Canadees dan maar dat we officieel vrienden waren geworden. En zoals het een goede vriend betaamd liet ik hem gewillig mijn bagage naar binnen dragen. Terwijl ik het nodige papierwerk aan het verrichten was, hoorde ik de Canadees ongegeneerd polsen of er nog een kamer vrij was. Zo gaat dat nu eenmaal bij hechte vriendschappen. De Thaise dame overhandigde me met een gemene knipoog de kamersleutel. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om collega Ellen te verrassen bij haar schoonheidsslaapje. Ellen was al een paar dagen voor mij naar Phuket vertrokken en blijkbaar was er al duchtig gefeest in mijn afwezigheid .. Een stevig ontbijt en een portie Canadees zouden Ellen weer terug bij haar positieven helpen. Phuket leek stilaan te ontwaken en een paar koffie’s verder verscheen er plots een stralende zon aan de oppervlakte. Ons Els – jawel, die goede oude Santa Maria veteraan – was ondertussen ook weer terug op deze wereld. Diezelfde avond werd onze eerste happy hour ingezet! Plaats van het onheil was Banghla Road – een straat waar de overdadige neonreclame blijkbaar inspeelt op het gemoed van de gemiddelde farang. Het is een verrukking om hier met een frisse pint stiekem in het vuistje te lachen. Els en collega Joris namen ons mee naar de U2 bar – een ietwat bescheiden bar met uitstekende muziek. Ik was onder de indruk. Goede vriend Jan was ook even de drukte in Bangkok ontvlucht en dat was meteen reden genoeg om even duchtig in de alcohol te vliegen! De shotjes werden op een stevig ritme achterover gekapt en al even snel waande ik me in hogere sferen ..

De volgende dag stond er een stralende zon aan een wel even helderblauwe hemel. Mijn geluk kon niet op! Een stevig ontbijt en een aspirine om de nachtbrakerij te verlichten gaven me voldoende energie om er tegenaan te gaan. Op naar het strand! De lokale beachboys reserveerden meteen een ligstoel in de zon. De middagzon reflecteerde prachtig in het water, ik deed m’n ogen dicht en sliep rustig m’n roes uit. “You need umbrella miss?”, een beetje verschrikt keek ik op. Achter me stond één van de beachboys behulpzaam klaar met een parasol. Helaas moest ik hem teleurstellen .. “Ok, you prefer barbecue?” Jaja, barbecue ... Onder het mom dat hij graag zijn Engels een beetje wilde opfrissen, ratelde hij maar door. Al snel liet mijn concentratie het afweten, waarop ik nadien ergens in een diepe duisternis rondzweefde .. Phuket, de parel van het zuiden … met een stevige dosis aftersun weliswaar.

Monday, July 10, 2006

Vakantie!! Net voor de stormloop van het hoogseizoen, zag ik even de kans schoon om er een paar daagjes tussenuit te trekken. Samen met collega Evelyn schuimden we de hele kaart van Zuid Oost Azië af om uiteindelijk ons oog te laten vallen op Singapore. Een beetje impulsief wisten we nog snel twee vliegtuigtickets op de kop te tikken. Na onze geslaagde citytrip naar Kuala Lumpur lag de hele wereld aan onze voeten dus met een gerust geweten besloten we om de avond voordien nog een stapje te zetten in het nachtleven van Bangkok. Dat hadden we wel verdiend! De whisky bracht ons al gauw naar hogere sferen en de dag nadien begon het rampscenario! Na een rusteloze nacht werden we veel te laat wakker, de bagage werd halsoverkop in de koffer gegooid en de eindsprint naar de luchthaven werd ingezet. De taxichauffeur vond het allemaal wel grappig en duwde gretig het gaspedaal in. Het was nog vroeg in de ochtend, maar we waren meteen klaarwakker.

Tijdens de twee uur durende vlucht werd de slaap van de afgelopen nacht grotendeels ingehaald. Toen ik weer wakker werd, maakte de steward ons erop attent dat we gingen landen. Een beetje verward keek ik rond. Een paar mijl onder ons lag Singapore.

Op de luchthaven konden we meteen kennismaken met de vriendelijkheid van de Singaporese bevolking. We werden meteen op sleeptouw genomen door twee studentes die ons in voortreffelijk Engels de weg naar de MRT toonden. De MRT is een hypermoderne metroverbinding die over de hele stad slingert. Een paar seconden later kwam een vrij futuristische buis voorbijgereden, een computerstem bevestigde dit nog eens en bijna op automatische piloot stapte iedereen braafjes in.

We namen de MRT tot Chinatown – een buurt waar we zonder probleem een guesthouse zouden vinden. Maar dat was buiten de Grand Singapore Sales gerekend – de solden waren begonnen en later op de dag zou blijken dat bijna alles volgeboekt was. Gepakt en gezakt trokken we door de kleine straatjes van Chinatown. Het viel me op dat deze Chinatown weinig weg had van de mierennest die de Chinatown in Bangkok voorstelt. Alles was proper, bijna te proper. Uiteindelijk kwamen we terecht in een klein steegje met een paar guesthouses. Bijna willekeurig kozen we er eentje uit. “Do you have a double room without cockroach?”. De hoteluitbater was blijkbaar een beetje gevoelig voor mijn sarcastische uitlating en we werden meteen buiten gebonjourd. Een beetje verbaasd staarden we door het raam naar binnen, maar de gordijnen werden prompt dichtgedaan. Kakkerlakken dus .. Enfin, onze zoektocht werd onverstoord verder gezet. Hetzelfde scenario dit keer zonder sarcasme maar helaas. Na een uurtje hielden we het voor bekeken. Onder een kom dampende noedelsoep, werd overgegaan naar plan B. We besloten de MRT richting Little India te nemen.

Toen we uitstapten in Little India had ik werkelijk het gevoel dat ik in het decor van een Bollywood film was beland! De opgewekte sitarklanken speelden vrolijk in op het gemoed en de verschillende geuren en kleuren waren een aanslag op alle zintuigen. Little India zorgde voor een unieke sfeer waar ik me meteen thuis voelde! Het was zondag en op elke straathoek stonden tientallen Hindoes in kleine kliekjes bij elkaar. Met grote doordringende ogen werden we aangestaard – er was dan ook geen enkele vrouw op straat te bekennen. Na een beetje rondzwerven door de kleurrijke straatjes van Little India, vonden we uiteindelijk een kleine gezellige guesthouse! Onze zoektocht werd gestaakt, aan de bar was het happy hour en daar gingen de eerste Tiger pintjes. We kregen ongevraagd gezelschap van een zelfvoldane Amerikaan die ons met de gebruikelijke openingszin aansprak. Na een paar ongeïnteresseerde blikken was de boodschap aangekomen en de lege stoel naast ons werd al snel ingenomen door een paar vriendelijke Aussie’s. Na een gezellig avondje in de bar, konden we er de dag nadien stevig tegenaan.

Singapore is één van de kleinste en tegelijkertijd één van de dichtst bevolkte landen ter wereld. De stadskern balanceert tussen oost en west. De talrijke gebouwen die als paddestoelen uit de grond ploppen geven de stad een westers aanzicht, maar in de vele kleine steegjes klopt echter nog steeds het hart van een Aziatische stad. We lopen een beetje verloren tussen de hoge wolkenkrabbers. De gebouwen zien er prachtig uit, vaak in een koloniale sfeer met frisse kleuren en een laagje moderne kunst. Maar toch mist er iets essentieels: sfeer. In de metrogebouwen worden de passagiers opgeroepen om elke vorm van vreemd gedrag te melden bij één van de veiligheidsagenten, kauwgum is hier taboe en wordt nergens in de supermarkt verkocht en zelfs in openlucht geldt er een rookverbod! Boetes van enkele duizenden dollars zijn hier geen uitzondering. De Aussies hadden ons de avond voordien nog gewaarschuwd. “Singapore is the fine city, there’s a fine for everything!”

Na een dagje cityhoppen houden we het voor bekeken. De happy hour in de guesthouse werd bij valavond ingezet. Vreemd genoeg stijgt de prijs van het bier naarmate er meer geconsumeerd wordt, dus vroeg beginnen is de boodschap! De Aussies waren weer van de partij en er werd gelachen en gebruld tot in de vroege uurtjes.

De volgende ochtend waren we helemaal klaar voor de Singapore Sales! Na een stevig Indisch ontbijt kwamen we terecht in het walhalla der shopping centra: Orchard Road. Nooit in mijn leven heb ik zoveel winkels bij elkaar gezien, genoeg voor een overdosis winkelplezier! Orchard Road is een grote lange straat met de ene shopping mall naast de andere. Het werd een dagje decadent shoppen. Moe maar voldaan kwamen we toe in het vrolijke Little India. We gingen gezellig tafelen bij onze Indische overburen waar we werden verrast met een aantal lokale specialiteiten. Lekker!!! Met onze laatste Tiger pintjes klonken we op een geslaagde citytrip. Vier dagen Singapore waren meer dan voldoende om de batterijen weer even op te laden. Al bij al was het een kennismaking zonder grote monumenten, maar het hoeft niet altijd bombastisch te zijn ..

Friday, June 16, 2006

Het is vandaag welgeteld 60 jaar geleden dat de Thaise koning de troon besteeg. Deze memorabele gebeurtenis maakt hem meteen de langst regerende monarch ter wereld en dat is uiteraard reden genoeg tot feest! Lijfkreten met I LOVE THE KING worden overal luid gescandeerd, de eens zo aanwezige foto’s van zijne koninklijke hoogheid zijn zoniet nog meer in overvloed aanwezig en de Thaise economie krijgt weer eens een flinke boost door de explosieve verkoop van allerhande koninklijke memorabilia. En alsof dat nog niet genoeg is, werd het straatbeeld de afgelopen weken volledig overheerst door geel. Dat is de kleur van de dag waarop de koning geboren is en de Thai zijn daar nogal bijgelovig in. Gele t-shirts voorzien van een koninklijk embleem zijn ondertussen uitgeroepen tot fashion item of the year .. de media spreekt van een “gele koorts”. Je kan het allemaal zo gek nog niet bedenken ..

De liefde van de Thaise bevolking voor hun koning is opmerkelijk! Meer dan één miljoen Thai zijn vrijdag massaal naar het Koninklijk Paleis getrokken om een glimp van his majesty op te vangen. Bhumipol – ik mag ondertussen al Bhumi zeggen – verscheen op het balkon van z’n paleis om het volk te groeten. Duizenden fans van het koningshuis stonden met tranen in de ogen te luisteren naar de toespraak van de koning. Heel Bangkok stond op z’n kop! Absoluut hoogtepunt waren de koninklijk sloepen, die enkel tijdens speciale gelegenheden uitvaren op de Chao Phraya rivier. De optocht bestond uit 52 sloepen, bemand door maar liefst 2000 Thaise mariniers die op monotone klanken verder roeiden. Zelfs onze nationale trots (ahum?) Filip en Mathilde waren prominente aanwezigen op de feestelijkheden. Het is vermeldenswaardig ..

Enfin, het feest is nog niet gedaan want begin december wordt de 80e verjaardag van zijne majesteit nog eens extra in de bloemetjes gezet .. Wait and see.

Friday, June 09, 2006

Als de dolgedraaide wereld me een beetje teveel wordt, zoek ik mijn toevlucht in de weldaden van de natuur. Tenminste, dat was een stille hoop die ik koesterde om mijn survival in de jungle te legitimeren. In mijn stoutste dromen zag ik mezelf in ware kamikazestijl van de ene liaan naar de andere slingeren .. om dan uiteindelijk badend in het zweet wakker te worden.

Begrijp me niet verkeerd, ik hou van de natuur. Echt waar. Uren kan ik gefascineerd kijken naar natuurdocumentaires op National Geographic, de slogans van Greenpeace zijn mij niet vreemd en zoals het elke natuurvriend betaamt, had ik vroeger een abonnement op de Antwerpse Zoo ..

Toch moest ik even op m’n onderlip bijten toen ik hoorde dat de grote survival weer voor de deur stond. Ik mocht opnieuw de jungle in, back to basics .. en zo herhaalde de geschiedenis zich weer in de meest vreselijke zin. Dit keer had ik één groot nadeel: ik wíst waar ik aan begon .. ADVENTURE: the sequal!

De eerste driedaagse trekking begon met een fikse regenbui in Mae Sot. “The next days we’ll have thunderstorms”, zo probeerde lokale gids Dex het ijs te breken. Geweldig! Met een rugzak vol motivatie klom ik in de pickup, een laatste blik op het mooie hotel dat na een paar honderd meter nog slechts een vaag sprenkeltje hoop bood. In de verte doemden de eerste bergen als reusachtige monsters op. Mijn ergste vijanden voor de komende twee weken .. Een vier uur durende bergrit zou ons naar Umphang brengen, de laatste toegangspoort tot de beschaving. Ik werd zowat visueel dronken van de duizend en één bochten. Onderweg stopten we aan een vluchtelingenkamp. De afgelopen weken is er veel opschudding geweest aan de grensstreek met Birma. Het Birmaanse leger valt met veel geweld de Karen dorpen aan. Terwijl vrouwen en kinderen op de vlucht slaan, zetten de mannen van het verzetsleger hun strijd om de onafhankelijkheid hardnekkig verder. Het vluchtelingenkamp is een donkere plek in het landschap en wanneer we hier met de pick-up voorbij rijden zorgt dit voor een bittere nasmaak. Ik word er even stil van ..

Een paar uur later en welgeteld 1051 bochten verder, komen we dan eindelijk toe in Umphang, waar we met een raft de rivier gaan afvaren. Het decor is magnifiek en laat een diepe indruk na. Omgeven door hoge rotsformaties en kleine watervalletjes varen we de rivier af. De stilte is alles overweldigend. Dit is genieten! In de late namiddag komen we toe in het tentenkamp. Na een verfrissende duik in de rivier, valt de avond. De verveling slaat genadeloos toe. De paar lauwe pintjes leiden tot weinig nieuwe inzichten. Dat is zo in de jungle .. Moedeloos slof ik onder mijn muskietennet om er in het gezelschap van een paar rusteloze dromen de nacht door te brengen.

Nog voor de zon zijn harde licht over de omliggende bergruggen heeft gegooid, zit ik aan de oevers van de rivier de duizend kleine ochtendtafereeltjes gade te slaan. Terwijl de vogeltjes vrolijk fluiten, zit er een gigantische varaan aan de overkant van de rivier z’n weerspiegeling in het water nauwkeurig te bewonderen. Het avontuur lonkt langs alle kanten! Na een stevig jungle ontbijt trekken we verder naar de grootste waterval van Thailand – iets dat onze lokale gids die ochtend maar al te graag benadrukte. Zijn chauvinisme was niet misplaatst, de waterval was ook echt indrukwekkend! De vermoeidheid werd met een frisse duik weggewerkt en iedereen was klaargestoomd voor de volgende trekking. Door kleine paadjes en riviertjes baanden we onze weg naar het Karen dorp, waar we de komende nacht zouden logeren. Een paar uur verder kwamen we weer een beetje dichter bij de beschaving. Een klein dorpje met bamboehutjes, loslopend wild en vrolijke kindjes die ons in de armen kwamen gevlogen .. een verademing! De nacht viel snel en dankzij een stevige slok van de lokale whisky viel ik als een blok in slaap.

De volgende ochtend werd ik met een luide knal wakker. Buiten stonden een paar olifanten ongeduldig te worden. Even dacht ik in een Disney film te ontwaken, maar de realiteit was iets minder sprookjesachtig. Er stond ons een vier uur durende olifantentocht te wachten. Het eerste uur was fantastisch! We volgden een grassig pad langs een rotsflank en even voelde ik me de queen of the jungle. Helaas was mijn enthousiasme iets te voorbarig. Na een uur werd het landschap steeds ruiger en beneveld moest ik vaststellen dat de olifantentocht herleid werd naar een absolute anticlimax. Vier uur later eindigt ons lijden .. het was een fysieke veldslag waarbij de vermoeidheid van de afgelopen dagen als een blok op onze schouders viel.

Na een nacht terug in de bewoonde wereld, ging het avontuur onverstoord verder. Dit keer gingen we van Mae Sot naar Nan, een niemendalletje ver van de geijkte toeristenpaden.

Door de aanhoudende regen stonden vele delen in het noorden van Thailand onder water. Onderweg naar Nan werd de impact van deze overstromingen eens te meer duidelijk. Dorpjes die volledig van de kaart waren gespoeld, mensen die uit pure noodzaak in tentjes probeerden te overleven met de middelen die ze nog hadden .. het was onbeschrijflijk en bijna beschaamd sloeg ik de ogen neer ..

Ik keek uit naar de trekking in Nan. De komende drie dagen zouden we overnachten bij de Hmong, een dorpje dat bij mij nog steeds de mooiste herinneringen oproept. Na een voormiddag dolle pret met lokale gids Sammy en z’n Thaise versie van Jackie Chan, begon het echte avontuur. Met gezwinde tred wandelden we door het ruige landschap terwijl de echo van onze voetstappen wegstierf in de groene leegte. De natuur was adembenemend! Het Hmong dorpje was verlaten toen we toekwamen. Terwijl mijn mede avonturiers zich even terug trokken voor een korte siesta, zat ik buiten te genieten. Herinneringen overheersten m’n gedachtegang .. het was een vreemd welkom thuis gevoel.

Iets later heerste er een drukte van jewelste. De mannen en vrouwen waren terug van de velden. Bij de bergstammen speelt traditie een belangrijke rol. Vroeger bepaalde de papavercultuur het ritme van de streek, maar sinds de overheid heeft ingegrepen, kweken de Hmong enkel nog groenten en fruit in ruil voor steun van de overheid.

“You’re back.” Een bekend gezicht .. oei, even diep in m’n geheugen graven en ja, die arrogante grijns die me vorig jaar de koude rillingen bezorgde. Mister Cho. Veel zin om te socializen had ik niet. De nacht valt – voor één keer biedt de vermoeidheid een goed excuus ..

De jungle is niet voor langslapers – om 4u s’ ochtends werden we gewekt met een symfonisch orkest van vals kraaiende hanen. Dit zou mijn dag niet worden .. vloekend en met kleine slaapoogjes begonnen we een paar uur later aan onze zoektocht naar de yellow leaf people. Een steile klim over de berg leidde ons langs kleine smalle paadjes. Het landschap was zo intens mooi dat ik bijna vergat naar het pad te kijken .. met alle gevolgen van nadien .. Ik voelde me plots ver in gedachten wegzinken, in de verte hoorde ik vage stemmen paniekerig heen en weer roepen .. toen ik weer een beetje bij bewustzijn kwam, kon ik wel vloeken. Half invalide en kreunend van de pijn wist ik dat dit het einde was .. en eigenlijk was ik daar niet eens zo rouwig om. Er stond mij nog één nacht in het Hmong dorp te wachten en bijna gewillig was ik bereid mijn lot te aanvaarden. Met een verstuikte arm en een paar kneuzingen droop ik terug af naar het dorpje om er de rest van de namiddag in zelfmedelijden door te brengen. Een oud vrouwtje kwam even bij me zitten en brabbelde iets in Hmong taal .. ze hield een beetje hulpeloos de schouders op en lachend om haar eigen grapje liep ze verder. Toen de zon achter de heuvels verdween, leken minuten plots uren te duren. Iedereen was aan het aftellen .. De volgende ochtend werden we met de pickup terug naar Nan gebracht – het was een uurtje haren in de wind én eindelijk genieten. Game over.

Na de ontberingen van de natuur, proeft mijn luxeleventje in Bangkok als zoete honing. De laatste overblijfselen van mijn survival avontuur worden abrupt met een felle waterstraal van m’n lichaam gewist. Het is genoeg geweest ..